23 juli - zoetwaterpiraten van de welvaart
We ontvluchten de stad, enteren een schip en stevenen af op een 4daagse verkenningstocht naar het zuiden. Het weer zit voorlopig goed, we hebben de luxe aan onze kant. Met deze Silver Wave varen we er wel bij.
Platte zand-submarines voeren tonnen Himalayazand richting Dhaka. De kleine man-vrouw-kind-bootjes van de riviergipsies kruisen onze richting. De bootsirene waarschuwt hen voor onze doortocht. Deze kleine huifkarbootjes ontwijken met groot onzag ons luxeschip. Als een georganiseerd mierennest droppen Bengaalse sjouwers grote trossen jute van op een overladen Tata-truck in de buik van een grauwe laadboot. De zware bundels zweven als neerstortende spoken in de donkere holte van deze vaarschuur. Op het scheepswerf renoveert men de Mashoud, de grote rocketboot die ons in 2003 tijdens een nachtelijke vaartocht buiten de oevers parkeerde.
Praatvaar mister 'Slam vertelt me dat de zwarte houten boten het originele design volgen van de Portugese kolonialisten. Onze meiskes gaan tegen dek. De stuurman kijkt roerloos over de horizon. Geen enkel fototoestel blijft onaangeroerd. De zonnecrème wordt vandaag wellicht weer te laat bovengehaald. De kippetjes bakken het bruin. Ze schieten wakker als een donkere wolk over drijft. Een windvlaag, de golfslag van enkele tegenliggers en de versgebakken cake van de bootkok geven wat deining... In een MUM van tijd brengt de bottle pani verfrissing.
Ontelbare schuiten en boten drijven als wrakhout voorbij onze cruise. Boomstammen, bakstenen en jute zijn hun stille lading. Op de botenkerkhoven liggen verschillende metalen spookschepen te wachten op de finale recyclage. Haddock en Kuifje zouden hier wellicht de Karabudjan in herkennen. En Bobbie zou waarschijnlijk blaffen naar de volle passagierferries die richting Sadarghat trekken, de oude haven in Dhaka. De V-boeg staat in schril contrast met onze veilige platte constructie.
Het Oostendse zeemeisje waait bijna uit haar kleedje. Pikante boerka's behoren tot haar gesloten koffer. Hercule Poirot is niet veraf op deze cruise: met haar zonnebril en leeg whiskyglas lijkt ze verdacht veel op de hoofdverdachte uit Agatha Christie's "death on the Nile". Dolfijn ontdekt zij twee dobberende boeien.
De verre donkere eilandjes blijken samengeankerde zandboten rond het grote baggerschip. Een gammel vissersbootje - de Bengaalse potaka aan flarden - vist midden deze 5km brede rivier z'n dagloon bij elkaar, dopgeld in een notendop. De zwaaiende rode vlag van zijn sloepgenoot waarschuwt ons voor z'n net. Met stille schroef vangen wij geen averij...
Tijd voor een bakje koffie wanneer het dreigende onweer onze welvaart zegent. We zitten droog. "Wij zijn binnen!" Niet "de oude man en de zee" verscholen onder een stuk doorzichtig plastiek op z'n wilde visserssloep. Zijn zoon schept met versleten tupperware het gemaakte water...
Luc